Basketbal lijkt heel simpel: twee ringen, twee ploegen, 1 bal. Kinderspel, toch?

Gelukkig is basketbal wel gemakkelijk om te volgen, maar de regels zijn toch een stukje ingewikkelder en kunnen al eens voor verwarring zorgen. Om de leken onder onze fans op weg te helpen in deze mooie sport geven we alvast meer uitleg over drie belangrijke items: het speelveld, het team en de tijd.

 

Speelveld 

Het spreekt voor zich: we beginnen met het speelveld. Een basketbalveld heeft twee speelhelften met in elke speelhelft een ring of basket die op 3,05 meter hoogte hangt. Het veld is in zijn geheel 28 meter lang en 15 meter breed. Op een basketbalveld zijn er heel wat rechte en  ronde lijnen. Wij gaan dieper in op de belangrijkste.

 

Het spreekt voor zich: we beginnen met het speelveld. Een basketbalveld heeft twee speelhelften met in elke speelhelft een ring of basket die op 3,05 meter hoogte hangt. Het veld is in zijn geheel 28 meter lang en 15 meter breed. Op een basketbalveld zijn er heel wat rechte en ronde lijnen. Wij gaan dieper in op de belangrijkste.

De baselines en de sidelines bakenen het speelveld af.
De middenlijn ligt in het midden van het veld en verdeelt het speelveld in twee identieke helften. De cirkel in de middenlijn wordt op een wedstrijd maar 1 keer gebruikt: bij de opworp. 

De driepuntlijn is een U-vormige lijn rond de basket van waarbuiten driepunters gemaakt kunnen worden. Alles wat van binnen deze lijn wordt gescoord is twee punten waard.

De rechte lijn het dichtst bij de ring is de vrijworplijn. Een vrijworp wordt -zonder verdediging- van achter deze lijn genomen en is één punt waard. Deze lijn maakt tevens deel uit van de bucket. Dit is de rechthoek onder de ring die ook wel de paint wordt genoemd.

De halve cirkel onder de basket, de no charge semicirkel, bakent de zone voor aanvallende fouten af.

 

 

Team

1 Point Guard:

De spelverdeler die het overzicht bewaart en de tactische lijnen uitzet (bij HLU: Cliff Hammonds).

2 Shooting Guard:

De flexibele en snelle scoorder, zowel in shots als dunks (bij HLU: Anthony Lambot).

3 Small Forward:

Veelzijdige functie die vaak switcht tussen aanvallen en verdedigen, en gekend staat voor de assists (bij HLU: Leander Dedroog).

4 Power Forward:

Krachtige en snelle speler die inzet op rebounds, blocks en regelmatig scoort (bij HLU: Jonas Delalieux).

5 Center:

Grootste speler van het team. Nadruk ligt op verdedigen en blokkeren van tegenpartij (bij HLU: Yannick Desiron).

 

Tijd

Een basketbalwedstrijd bestaat uit 4 quarters van 10 minuten. Bij elke onderbreking van het spel of bij elke time-out wordt de klok stopgezet, waardoor een quarter in werkelijkheid langer duurt dan die effectieve 10 minuten. Tussen het eerste en tweede quarter en tussen het derde en vierde quarter is er een korte pauze van 2 minuten. Na het tweede quarter is de wedstrijd halverwege en is er 15 minuten rust voorzien, waarin de coach in de kleedkamer de wedstrijd bespreekt. Indien er op het einde van het vierde quarter geen winnaar is, volgt er een verlenging van 5 minuten, ook overtime genoemd. Er kunnen meerdere verlengingen plaatsvinden tot er een winnaar is.

 

          

Tijdens de wedstrijd is het de shotclock die aftelt een zeer belangrijk onderdeel. De ploeg in balbezit moet binnen de 24 seconden een doelpoging ondernemen. Indien dit niet gebeurt, gaat de bal naar de tegenstander. Daarnaast moet de bal binnen de 8 seconden over de middellijn in het aanvallende vak zijn. Als de klok op 0 seconden komt te staan, hoor je een luide buzzer.

 De shotclock wordt gereset naar 24 seconden in geval van:

• nieuw balbezit
• score

De shotclock kan ook gereset worden naar 14 seconden in geval van:

• een aanvallende rebound met minder dan 14 seconden op de shotclock
• een persoonlijke fout van de tegenstander met minder dan 14 seconden op de shotclock

De shotclock wordt niet gereset:

• bij een inworp die geen gevolg is van een fout, waarbij de aanvallende ploeg het balbezit behoudt.

• bij een persoonlijke fout van de tegenstander met meer dan 14 seconden op de shotclock

 

 

Stats

MVP, 29 IDX, 0TO, veel cijfers en letters.. Maar wat wil dat nu precies allemaal zeggen? Een lesje in basketstats door onze coach Ray! 

Basketbal, een attractieve, snelle sport. Continu actie, continu situaties. Dit gecombineerd met muziek en entertainment zorgen voor een aangename, intense en sfeervolle vrijdagavond. 

Maar basketbal is meer dan enkel het bovenstaande. Voor spelers en coaches zijn stats, de statistieken, een belangrijke bron van informatie over hoe de wedstrijd verloopt. Langs de ene kant heb je als coach het buikgevoel dat aangeeft wanneer iets goed of minder goed gaat, langs de andere kant bevestigen stats vaak dat buikgevoel. 

Via dit artikel gaan wij je proberen wegwijs te maken in de wereld van de stats, door middel van een aantal basics. 

 

Ik wil graag starten met een recent voorbeeld. In ronde 6 was Tookie Brown league MVP van die ronde. Hij tekende volgende stats op: 

  • 23 PTS 
  • 7/11 2PT 
  • 1/2 3PT 
  • 6/6 VW 
  • 1 D REB 
  • 0 PF 
  • 6 DF 
  • 0 TO 
  • 4 AST 
  • 29 IDX 

 

Wat betekent dit nu allemaal? Laten we dit stap per stap even doornemen. 

PTS: het aantal punten dat de speler gemaakt heeft 

2PT: hier krijgen wij een zicht op het aantal 2 punt pogingen die een speler genomen en gemaakt heeft. Op basis hiervan krijgen wij een afwerkingspercentage. Graag zien wij een afwerkingspercentage van boven de 50%. In dit geval zie je dat Tookie in deze wedstrijd zijn 2punters afgewerkt heeft aan 63,6%, wat zeer goed is. 

3PT: hetzelfde als bij de 2punters, maar dan voor 3punters. In dit geval kijken we naar percentages vanaf 30%. In dit geval kwam Tookie aan 50%, wat ook hier weer sterk is. 

Zeer goede schutters bevinden zich boven de 40% afwerking gemiddeld over het seizoen. 

VW: Ook hier hetzelfde als bij 2punters en 3punters, maar nu voor de VrijWorpen (VW). In dit geval streven we naar 75% afwerking. Tookie slaagde er zelfs in om aan 100% af te werken. 

Goede teams hebben vaak goede vrijworppercentages. 

DREB en OREB: staat voor respectievelijk defensieve rebound en offensieve rebound. Met name de aantallen. Een stat waar we vooral naar kijken bij onze 4 en 5 spelers. 

PF: personal fouls. Elke speler mag, individueel, 5 fouten maken. Bij de 5de fout mag je niet meer deelnemen aan het spel. 

DF: drawn fouls oftewel uitgelokte fouten. In deze wedstrijd heeft Tookie 6 fouten uitgelokt.  

Het interessante aan deze stat voor ons als coaches is om te zien of bepaalde spelers aggressief genoeg aan het spelen zijn. Met andere woorden, zetten ze de tegenstanders offensief onder druk.  

TO: meer bekend als een balverlies. Op een wedstrijd, als team, willen we het aantal balverliezen onder 12 houden. Voor een speler individueel wil je er gemiddeld niet meer dan 1-1,5 per wedstrijd hebben. Tookie had het deze wedstrijd dus zeer goed gedaan. 

AST: afkorting voor assists. Een assist is een pas die leidt tot een score. Tookie heeft 4 assists bezorgd. Wat betekent dat hij er voor gezorgd heeft dat zijn ploegmaten  8 (4x2PT) tot 12(4x3) punten hebben gemaakt door passen of acties van hem. En het kan nog meer zijn, want als de tegenstander een fout maakt op een doelpoging die gescoord wordt, ontvangen wij ook nog 1 bonusvrijworp. Bij spelverdelers is dit een belangrijkse stat, omdat we hieraan zien hoe zij kansen creëren voor hun ploegmaten.  

IDX: is een samenvatting van het hierboven vernoemde, namelijk een berekening van de positieven en negatieven, statsgewijs. Een gemiddeld goede speler zit rond een index van 15. In dit geval zie je dat Tookie, statsgewijs een zeer sterke wedstrijd heeft gespeeld, hij had nl een index van 29! 

 

Stats zijn een hulpmiddel en geen definitief beoordelingsmiddel. Je mag je hier zeker niet op blindstaren als coach of als fan. Op stats zien wij bijvoorbeeld niet volledig hoe impactvol de defense van een bepaalde speler is en zoals we allemaal weten, begint het spelletje met goede defense.  

Je hebt ook geavanceerde stats of analytics die veel nuttige info aan de coaches geven, zoals onder andere ‘de pace’ (tempo) waar wij mee spelen of waar de hotspots (favoriete shootingspots) van spelers liggen, je offensieve rating en je defensieve rating. Allemaal info die wij ter onzer beschikking hebben en kunnen uitrekenen. 

Maar laten we vooral onthouden vanuit jullie perceptie (en toch ook de onze J), dat we graag zien dat spelers hard werken, energie brengen en elke week aan jullie, de supporters, laten zien dat ze voor Limburg willen strijden! 

 

 

 

 

Fouten en scheidsrechters 

Fouten komen zeer vaak voor op het basketbalveld en, hoewel dit onnatuurlijk lijkt, worden er soms zelfs bewust fouten gemaakt om het spel te verstoren. Er zijn dan ook heel wat verschillende soorten fouten. 

Type Fouten: 

Persoonlijke fouten 

Elke speler mag maximaal 5 persoonlijke fouten maken doorheen een wedstrijd. Na de vijfde persoonlijke fout moet de speler het veld verlaten en mag hij niet meer worden opgesteld. 

  • Een fout op een speler die een doelpoging onderneemt, levert vrijworpen op. Als de fout binnen de driepuntlijn wordt gemaakt, zijn er 2 vrijworpen. In het andere geval zijn het er 3. 
  • Een fout op een speler die geen doelpoging onderneemt, levert een inworp op. 
  • Een speler kan ook een aanvallende fout maken op een verdediger. Dit levert een inworp op voor het verdedigende team.  

 

 

Ploegfouten 

Elke persoonlijke fout telt ook als ploegfout. Een team mag maximaal 4 ploegfouten per quarter maken. Vanaf de vijfde ploegfout krijgt de tegenstander telkens 2 vrijworpen, tenzij de fout door de aanvallende ploeg gemaakt wordt.  

Bij een fout op een doelpoging levert dit 2 vrijworpen op. Bij een driepuntpoging krijgt men dan weer 3 vrijworpen. Wanneer een shot wordt gescoord met een fout erop, krijgt de aanvaller 1 bonusworp.  

 

Technische fouten 

Een technische fout kan gefloten worden tegen de coach, assistent coach of spelers voor misplaatst gedrag, gebaren en opmerkingen zoals protest of pogingen tot onsportief contact. Dit levert 1 vrijworp en een inworp op. 

Onsportieve fouten 

Een onsportieve fout is een fout waarbij de speler enkel tot doel heeft het spel te stoppen, zonder de intentie om de bal te spelen. Dit kan bijvoorbeeld excessief fysiek contact zijn. Dit levert 2 vrijworpen en balbezit op.  

 

Uitsluiting 

Dit gebeurt enkel bij een flagrant onsportieve fout, bijvoorbeeld een vuistslag of een vechtpartij. Dit kan ook na 2 onsportieve of technische fouten of in combinatie. Bijgevolg wordt de speler automatisch uitgesloten. 

Alle fouten worden aangeduid op het scorebord.

 

 

Op elke wedstrijd van ons A team zijn er maar liefst 3 scheidsrechters aanwezig, met 1 scheidsrechter die de leiding neemt. Je ziet dan ook heel regelmatig de armen de lucht in gaan, maar wat betekenen die gebaren nu allemaal? We zoomen in op enkele van de meest frequente signalen. 

Start en stop van de klok: 

Het is aan de scheidsrechter om een signaal te geven wanneer het spel start, stopt of onderbroken wordt en de wedstrijd en de klok bijgevolg verder loopt of niet. Dit is zowel van toepassing voor de wedstrijdklok als voor de shotklok. 

1, 2 of 3 punten: 

De scheidsrechter geeft de hoeveelheid van de gescoorde punten per actie door. Bij een driepunter worden beide handen gebruikt als deze binnen gaat. 

Loopfout: 

Indien er meer dan 2 stappen worden gezet zonder te dribbelen met de bal, spreken we over een loopfout. Dit levert een inworp op voor de tegenpartij. 

Dubbel dribbel: 

Wanneer een speler stopt met dribbelen en vervolgens opnieuw start met dribbelen, hebben we te maken met een dubbel dribbel. Ook dit levert een inworp op voor de tegenpartij. 

Fout: 

De scheidsrechter gaat naar de tafel van de officials om het type fout aan te geven en wie de fout heeft gemaakt. De klok stopt bij iedere fout.  

 

Volg ons op Facebook Instagram YouTube LinkedIn